Het gemak van je moedertaal (NT2-festival BOOM, 24 mei 2025)

Dit is de uitgeschreven versie van mijn praatje op het NT2-festival van BOOM, op 24 mei 2025.


Rebecca van Raamsdonk op het podium voor 500 NT2-docenten, over het gemak van je moedertaal (24 mei 2025, foto: Monika Gajek)


Het gemak van je moedertaal. Ik denk daar dus meerdere keren per dag over na. Jullie ook?

(…)

En stel je nou voor dat deze hele zaal vol zou zitten met onze cursisten, onze studenten, de mensen die wij dagelijks helpen om Nederlands te leren. Stel je voor dat deze hele zaal vol zou zitten met volwassenen niet-moedertaalsprekers van het Nederlands. Wat zou hun antwoord zijn? Zouden zij veel nadenken over het gemak van hun moedertaal? Ja? Nee?

(…)

Ik ben het met de ja-knikkers eens: ik denk dat een groot deel van die zaal, misschien wel de hele zaal, zou zeggen: JA! Ja, ik denk dagelijks na over het gemak van mijn moedertaal. Als mijn collega’s hard lachen en ik de grap niet helemaal begrijp. Ik denk eraan als een vriendje van mijn kind zegt dat hij me niet goed verstaat. Als ik twijfel of ik me wel als vrijwilliger kan aanmelden, of kan solliciteren op die leuke, nieuwe baan, omdat mijn Nederlands niet foutloos is.

De mensen die wij dagelijks helpen ervaren elke dag hoe het is om je niet in je moedertaal te kunnen uitdrukken. Om het gemak van hun moedertaal te hebben verloren.

En dat is waar ik het vandaag met jullie over wil hebben. Niet om oplossingen te geven. Of om te zeggen dat het met deze en deze methode anders wordt. Maar omdat het nodig is, vind ik, om het daar vaker over te hebben, over dat verlies. Als docenten onderling. En ook met onze studenten, en de mensen om ons heen.

Mijn taalverhaal

En wie ben ik dan eigenlijk, om daar wat over te kunnen zeggen? Mijn naam is Rebecca van Raamsdonk, en ik ben net als de meeste van jullie hier, neem ik aan, NT2-docent. Al ruim 12 jaar. Bijna toevallig kwam ik voor een klas terecht, al snel werd ik door het lesgeven gegrepen, ben ik me gaan ontwikkelen en specialiseren. Ik heb ik op heel veel verschillende plekken en aan heel veel verschillende niveaus lesgegeven, en sinds een paar jaar heb ik een eigen taalschool speciaal voor vergevorderden (B2 en C1).

Ook nog wat over mijn eigen ‘taalverhaal’, want ik denk dat het voor iedereen en voor ons als NT2-docenten al helemaal, interessant is om daar bij stil te staan:

Mijn moedertaal is Nederlands, misschien hadden jullie dat op basis van mijn naam, uiterlijk en accent al geraden. Ik ben in een behoorlijk eentalige omgeving opgegroeid. Mijn ouders hebben altijd Nederlands met mij gesproken, ik ging naar een Nederlandse basisschool en een Nederlandse middelbare school. Maar er waren zeker ook andere talen aanwezig in mijn jeugd: ik heb twee ooms die in Portugal wonen, al vanaf voor ik geboren ben, met hun Portugese partners en mijn Portugese neefje, en ook mijn oma heeft daar een tijd gewoond. Dus tijdens familiebezoek over en weer hoorde ik regelmatig Portugees.

De andere kant van mijn familie komt uit Zuid-Limburg en spreekt Limburgs met elkaar (Kerkraads, voor de liefhebber). Nu kan ik helaas niet zeggen dat ik dat ook spreek, maar ik heb wel jaar in jaar uit hun gesprekken afgeluisterd dus de klanken en woorden zijn me zeer vertrouwd.

Na mijn middelbare school ben ik naar Parijs gegaan, vanwege mijn vurige wens om ‘te leven in een andere taal’. Dat is echt hoe ik het toen verwoordde, en nog steeds vind ik dat dat mijn wens van toen het best verwoordt. Ik wilde niet per se Frans leren, ik wilde leven in een andere taal dan mijn moedertaal. En dat werd toevallig Frans.

Nou, dat leven in een andere taal, dat ging, hoe zeg ik dat…, minder soepeltjes dan ik had verwacht. Maar het was wel het startpunt voor wat ik nog steeds ontzettend graag doe, ik zei het al: nadenken over het gemak van je moedertaal. Dus laten we daar weer naar teruggaan.

Een andere taal leren verrijkt je leven

Ik denk dat de meeste van jullie het wel met me eens zullen zijn als ik zeg: een andere taal leren verrijkt je leven. Een andere taal leren geeft je toegang tot een nieuwe, andere wereld. Een andere taal leren brengt je in contact met nieuwe mensen. Een andere taal leren zorgt voor een andere blik op de wereld om je heen. Echt, de rijkdom van taal, de rijkdom van andere talen leren… ik vind het fantastisch.

Maar: er is ook een andere kant. Een andere taal leren, of een nieuwe taal leren: in die woorden alleen al zit de spanning die er natuurlijk óók is, voor vrijwel alle mensen die een andere taal leren, voor alle mensen die wij helpen Nederlands te leren. Een andere taal komt per definitie naast nóg een taal te staan: de eerste taal, de moedertaal. Zonder een eerste taal kan er geen andere taal zijn natuurlijk.

Hetzelfde geldt natuurlijk voor de vakterm NT2, Nederlands als tweede taal: die woorden alleen al laten zien dat er ook een eerste taal is. En hoewel je natuurlijk heel vaak hoort dat ‘meedoen belangrijker is dan winnen’ en dat ‘je je niet met anderen moet vergelijken maar alleen met jezelf’ enzo, en ik het daar helemaal mee eens ben, denk ik toch dat het nog steeds zo is dat _eerste_ hoger in de rangorde staat dan tweede. Dus ja, als je Nederlands als tweede taal spreekt, dan komt het Nederlands tóch, voor vrijwel iedereen, op de tweede plaats. Er is namelijk een taal die belangrijker, beter, fijner is: de eerste taal, de moedertaal.

Belangrijk onderdeel van identiteit

En daar mogen we wel eens wat vaker bij stilstaan, denk ik. Als leerders, als NT2-docenten, als samenleving ook. Iemands moedertaal is een heel belangrijk onderdeel van iemands leven, van iemands identiteit. (Ik ben me er trouwens van bewust dat er complexe situaties rondom iemands moedertaal denkbaar zijn, maar dat laat ik even buiten beschouwing.) De meeste mensen voelen een sterke connectie met één taal, of misschien twee. Ze voelen zich op hun gemak als ze die taal, of talen, spreken. Ze beheersen die taal goed. Ze hebben die taal met hun familie gesproken, ze hebben belangrijke levensgebeurtenissen in die taal meegemaakt, enzovoort, enzovoort.

En dan: van de een op de andere dag of geleidelijker, als bewuste keuze of gedwongen, bevinden die mensen die zich zó goed en zichzelf voelen in een bepaalde taal, welke taal dan ook, die mensen bevinden zich in Nederland en worden geconfronteerd met het feit dat ze omringd worden door een andere taal, een taal die ze niet kennen: het Nederlands.

Op dat moment komen wij natuurlijk om de hoek kijken, wij NT2-docenten. Wij helpen dag in dag uit mensen om het Nederlands onder de knie te krijgen, vaak met veel empathie en passie en enthousiasme. We zijn geduldig, geven mensen alle tijd om naar woorden te zoeken en hun zinnen af te maken, lachen bemoedigend, geven complimenten, álles om mensen te helpen zich in het Nederlands verstaanbaar, zelfredzaam en misschien zelfs gelukkig te maken.

NT2-docent zijn is fantastisch (maar…)

Dat is fantastisch. Een ander woord heb ik er niet voor. En het is ook fantastisch om te doen, vind ik zelf, en ik hoop dat veel van jullie mijn mening delen. Het geeft veel voldoening. De band die je opbouwt met mensen, de vooruitgang die je mensen ziet maken, de trots van mensen, het bewonderenswaardige doorzettingsvermogen…

Maar weet je? Soms heb ik het gevoel dat ons werk voor niks is. En: dat het misschien niet waar is wat ik tegen mijn studenten zeg.

Ik zeg tegen tweedetaalleerders dat fouten maken niet erg is. Dat een accent kleur geeft aan de taal. Dat de blik en toevoegingen van NT2-sprekers een verrijking zijn voor de taal, voor de samenleving. Ik kan me voorstellen dat jullie ook dit soort dingen zeggen, misschien wel elke les opnieuw. Maar: ik krijg steeds meer de indruk dat het voor de mensen buiten het NT2-veld wél perfect zou moeten zijn. Dat een accent vooral ‘storend’ is. En een de/het-fout onoverkomelijk.

Buiten het NT2-veld

Ik heb een taalschool voor vergevorderden, met cursussen en trainingen voor mensen vanaf B2-niveau. Ambitieuze mensen die nóg beter Nederlands willen leren. Mensen die goed tot uitzonderlijk goed tot ongelooflijk fantastisch goed Nederlands spreken. En toch, toch hoor ik de verhalen. En ik hoor ze niet 1x, ik hoor ze meerdere keren, vergelijkbaar of precies hetzelfde. Ik zal er een paar met jullie delen.

Ik denk bijvoorbeeld aan de persoon die met haar Nederlandse man haar drie dochters in Nederland had groot gebracht. Die op de verjaardag van één van die dochters aan haar schoonmoeder vroeg: ‘En, wat vind je van het taart?’. Waarop de schoonmoeder antwoordde: ‘Het taart? Weet je nou nog steeds niet dat het _de_ taart is?’

(Dit is waargebeurd. En voor wie denkt dat ik wel heel makkelijk gebruik maak van het stereotype van de gemene schoonmoeder: ik heb een soortgelijk verhaal gehoord van iemand anders. Alleen was het toen niet haar schoonmoeder, maar haar eigen man die het zei.)

Ik denk ook aan de juriste gespecialiseerd in een rechtsgebied waar ik je de details niet van kan vertellen. Ze was blij met haar baan. Ze was blij met haar partner. Ze was blij met haar huis. En toch overwoog een deel van haar om terug te verhuizen naar het dorp waar ze was opgegroeid. Omdat het zo ontzettend eenzaam voelde, zei ze, dat niemand op haar werk, niemand van haar vrienden, niemand van haar familie begreep hoe eenzaam en onbegrepen en vermoeid ze zich voelde, omdat ze dag in dag uit een taal sprak die niet haar moedertaal was. De tranen liepen over haar wangen toen ze het vertelde.

Ik denk aan de schrijnende anekdote van een ander persoon, een fantastische Française, vol goede ideeën en altijd in voor een praatje. Haar gesprekjes op het schoolplein verliepen meestal zo. ‘Wat spreek je goed Nederlands, waar kom je vandaan?’ ‘Dank je, ik kom uit Frankrijk.’ ‘Hoe lang woon je al in Nederland?’ ’15 jaar’. ‘Oh…..’ En dan zag ze het gezicht betrekken. Alsof haar Franse accent na 2 jaar wel acceptabel was geweest, maar na 15 jaar niet meer.

Nog een paar mensen aan wie ik denk: de IT’er die in grote vergaderingen en in gesprekken met klanten door collega’s verbeterd werd. Ik denk aan een onderwijskundige van wie een collega bij een moeilijk woord altijd nadrukkelijk vroeg ‘begrijp jij wel wat dat betekent?’. Niet in privé-gesprekken, maar met het hele team erbij. Ik denk aan de marketingspecialist die bij presentatie-opdrachten altijd van haar directe collega te horen kreeg: ‘Kan jij dat wel? Is je Nederlands daar wel goed genoeg voor?’

Ik kan nog heel lang doorgaan met dit soort verhalen, maar zal hier stoppen. Nogmaals, dit zijn allemaal mensen die goed Nederlands spreken. Met af en toe een foutje in de zinsvolgorde. Met af en toe een de/het-fout. Met af en toe een grappige verspreking. Mensen ver, ver, ver boven het vereiste inburgeringsniveau. ‘Model-NT2-ers’ zou je kunnen zeggen. En zij lopen hier tegenaan. Niet een keer. Niet in hun eentje. Nee. Heel vaak. En met heel veel tegelijk.

Ik wil niet te somber of defaitistisch klinken, maar wat heeft ons werk eigenlijk voor zin, als we goede NT2-sprekers afleveren (bij gebrek aan een beter woord), maar er ‘in de buitenwereld’ zo op ze gereageerd wordt?

De andere kant

Dit is voor mij de andere kant van het lesgeven, de andere kant van het leren van een andere taal. De kant naast die prachtige kant. Dit is de pijnlijke kant, de verdrietige kant. De kant die alle mensen die Nederlands leren ook zullen ervaren: want voor vrijwel niemand wordt het Nederlands net zo makkelijk, fijn, comfortabel, vertrouwd als de moedertaal.

Het gemak van de moedertaal. Alle NT2-ers hebben dat gemak achter zich moeten laten toen ze zich in Nederland vestigden. En ze kunnen heel veel oefenen en heel veel Nederlands leren. Ze kunnen ontzettend hard hun best doen, ze kunnen bij wijzen van spreken dagelijks in een Nederlands woordenboek lezen en al die woorden gaan gebruiken. Maar het Nederlands wordt nooit, nooit hun moedertaal. Bij vrijwel iedereen zullen er fouten in de en het blijven. Zal er een accent blijven. Zal er af en toe onbegrip blijven. Dat is helemaal niet erg, dat is heel normaal. Dat is hoe het is.

Maar dat kan wel pijnlijk zijn. Frustrerend. Eenzaam. Verschrikkelijk moeilijk om te accepteren. En daarom pleit ik ervoor om ook deze kant, deze pijnlijke kant aandacht te geven. Om hierover te praten. Wij, met elkaar. Met NT2-sprekers. Met eigenlijk iedereen in Nederland. Niet met als doel om tot een hapklare oplossing te komen, want die is er niet, denk ik. Maar met als doel om het iets minder moeilijk te maken, al is het maar een klein beetje. Iets minder frustrerend, iets minder eenzaam. Want dat gemak van de moedertaal, dat wordt gemist.

Vorige
Vorige

‘Dankzij Nederlands Next Level voel ik me veel vrijer en zekerder als ik Nederlands praat.’

Volgende
Volgende

Ik heb geen Nederlands gestudeerd - en toch heb ik de beste opleiding gehad om je te helpen